De tegenover gelegen laat-17e dan wel vroeg 18e eeuwse, in oorsprong een schuur in traditionele ambachtelijke trant (Dorpsstraat 80), kwam omstreeks 1911 in gebruik als opslag voor de winkel en deels als slijterij van de firma A. Bots. Hiertoe is tegen de voorgevel, omstreeks 1911-1912 een nieuwe voorgevel aangeklampt, waarbij het rechter deel een etalageruit kreeg.
De naast gelegen schuur (Dorpsstraat 82) dateert uit het laatste kwart van de 19e eeuw en heeft vooral een opslagfunctie voor de winkel van firma A.Bots.Het laat-19e eeuwse bedrijfspand (Dorpsstraat 119) maakt eveneens deel uit van de firma A. Bots. Het is in de periode 1920 - 1975 in gebruik geweest als snoepjesfabriek. Het pand heeft een duidelijke functionele relatie met het aangrenzende pand Dorpsstraat 121.
terug naar complex beschrijving
Samengesteld vrijstaand pand uit meerdere bouwperioden, waarvan het voorste
het eigenlijke winkelgedeelte is. Dit twee bouwlagen tellende hoofdvolume met
plat dak heeft een vrijwel vierkante plattegrond met aan de linkerzijde een
smaller, onderkelderd bouwvolume.
Het middelste deel - het kantoorgedeelte -, dat
veel smaller en kleiner is, telt één bouwlaag onder een aan de achterzijde
afgewolfd rieten zadeldak met gesmoorde nokvorsten. De nokrichting hiervan staat
haaks op de weg. Aan de rechterzijde bevindt zich een kleine uitbouw onder
steekkap met gesmoorde Hollandse pannen. Het kleine door een zadeldakje met rode
(deels ook gesmoorde) Hollandse pannen gedekte voormalige bakhuisje heeft
eveneens de nokrichting haaks op de weg en ligt rechts van het midden. het is
door een smal tussenlid met het middelste (boerderij)deel verbonden.
Het
hoofdvolume is opgetrokken uit grauwe baksteen (kruisverband) met strekken boven
de vensters, die voorzien zijn van zandstenen aanzet- en sluitstenen. Alle
vensters zijn voorzien van schuiframen, deels uitgevoerd met
achtruitsbovenlichten (erker: vierruits) en voorzien van gekleurd glas-in-lood
met een houten op gootklossen rustende overstekende gootlijst. Stoeptrede,
lekdorpels en plint zijn van hardsteen, waarbij de vrij hoge plint is uitgevoerd
met een profiel.
De langsgevel aan de voorzijde heeft een relatief hoge begane
grond, waarbij begane grond en verdieping van elkaar gescheiden door een rollaag
boven de winkelpui en in de zijgevels doorloopt. Het linker is twee
venstereenheden breed en wordt door lisenen met zandstenen sierblokken
afgesloten, waarvan de cirkelvormige bekroningen met rozetmotief de gootlijst
doorbreken. Onder de rollaag is de gevel versierd door een fries met
blokrandmotief, dat ook is toegepast onder de gootlijst van de voorgevel en de
boeiborden van de zijgevels. Het symmetrisch opgezette rechter deel is iets
breder en heeft op de begane grond over de volle gevelbreedte een winkelpui, die
aan de rechterzijde gedeeltelijk doorloopt. In het midden bevindt zich een
entreeportiek met licht getoogde glazen originele teakhouten entreedeur met
koperen stang; aan weerszijden ervan grote etalageruiten en in totaal tien
smalle bovenlichten met geometrisch, decoratief gekleurd glas-in-lood, een
variant op de strakke latere Art Noveau. In het midden op de verdieping bevindt
zich een driezijdig gesloten erker, die wordt geaccentueerd door een door de
gootlijst stekend verhoogd gedeelte, afgedekt door een natuurstenen spiegelboog.
Het is verlevendigd met ruitvormig metselwerk, dat ook onder een deel van de
vensters voorkomt. In de linker zijgevel, die wordt afgesloten door hoeklisenen,
bevinden zich twee zesruits keldervensters met getordeerde diefijzers. De
gepleisterde achtergevel heeft een gangdeur met een dubbel zesruits bovenlicht.
De middelste laat 17e/vroeg 18e-eeuwse bouwvolume is opgetrokken in rode
baksteen (kruisverband) met rollagen boven deuren en vensters. In de linker
langsgevel bevinden zich twee negenruitsschuiframen met roedenverdeling en
luiken, in de rechter één. In de gedeeltelijk vernieuwde achtergevel
zitten restanten van vlechtingen en bevindt zich rechts van het bakhuisje
eveneens een schuifraam met luiken en is op het midden op de verdieping een smal
teinruitsschuifraam geplaatst. Het uitgeboude gedeelte, rechts, is deels
opgetrokken in gele ijsselsteen (kruisverband); de linker zijgevel in grauwe
baksteen. De kopgevel, een met een rollaag afgedekte tuitgevel, heeft links een
spaarveld en op de verdieping twee vierruits openslaande kleine ramen. De linker
zijgevel heeft een negenruitsschuifraam, de rechter een vijftienruits.
Het
17e-eeuwse bakhuisje is opgetrokken in rode baksteen (kruisverband), deels ook
halfsteens) met rolagen boven de deuren en vensters. De linker langsgevel heeft
tweedelig houten opgeklampte houten deur, in het rechter bevindt zich één
schuifraam met luiken. De achtergevel is een tuitgevel met schouderstukken en
vlechtingen langs de dakrand en is voorzien van een schoorsteen op de nok.
Het winkelpand is toegankelijk middels een door etalagekasten geflankeerd
portiek, dat leidt naar het eigenlijk winkelgedeelte, dat voorzien is van een
vide met omgaande galerij (bestemd voor verkoop en als magazijn. en in het
midden een daklicht. De vide wordt ondersteund door twee tot het dak doorlopende
kolommen op relatief hoge basementen.
Eenvoudige planken vloeren en zolderingen
en tegen het merendeel van de wanden vaste, bijna tot het plafond doorlopende,
stellingkasten met planken, laden en schuifdeuren, deels voorzien van glas.
Daarnaast bevinden zich ondermeer langgerekte houten toonbanken )deels met
lessenaar), oorspronkelijk radiatoren, uitgebouwde etalagekasten. Rechts van het
midden tegen de achterwand een houten scheluwe trap met kwarten en halverwege
een bordes, vanwaar de deur toegang geeft tot de personeelskamer in het
middengedeelte.
Vrijwel al het houtwerk heeft nog de oorspronkelijke
kleurstelling, die ondermeer bij de lichtkap is uitgevoerd met decoratief
gestileerde florale motieven (vergelijkbare met de glas-in-loodbovenlichten).
Trap en vide hebben houten balustrade met smalle dubbele spijlen en massieve
balusters met afgeronde top, voorzien van geschilderd eenvoudig snijwerk. Links
een smalle gang met aan de rechterzijde stellingkasten en aan het einde een
privaat. Van hieruit door middel van een roedenverdeelde schuifdeur de entree
naar het zijgedeelte (oorspronkelijk bestemd voor de confectie). Hier zijn
ondermeer vermeldenswaard de entree naar de kelder, het eenvoudige stucplafond,
de stellingkasten en twee (later aangebrachte) paskamers.
Een deel van de
voormalige boerderij, eveneens voorzien van planken vloeren, is ingericht met
twee kantoorruimten, uitgevoerd met gehoute wanden en plafonds, welke laatste
voorzien zijn van een decoratief patroon. In deze ruimten ondermeer bedsteden en
getoogde nissen voor onder andere een brandkast.
Het pand is van algemeen cultuurhistorisch belang als representatief
voorbeeld van een vrij omvangrijk, niet-stedelijke kruidenierswinkel, annex
kleding- en fourniturenwinkel uit het eind van de 19e en het begin van de 20e
eeuw.
Het pand is architectuurhistorisch van algemeen belang vanwege de plaats
die het inneemt in het ouevre van Jan Kuyt, als voorloper van de grote
warenhuizen, waarmee hij landelijke bekendheid heeft gekregen. Het is bovendien
van belang vanwege de ontwerpeenheid van in- en exterieur en vanwege de
herkenbare typologie met vide, een nieuwe ontwikkeling in de winkelarchitectuur
aan het begin van de 20e eeuw.
De bouwkundige onderdelen zijn
bouwhistorisch waardevol en in het bijzonder het winkelgedeelte is
uitzonderlijk gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering van zowel
exterieur als interieur met de daarbijbehorende interieuronderdelen. Dergelijke
uitzonderlijk gave en complete winkelpanden van dit type zijn zeer zeldzaam in
ons land.
Het pand bezit een hoge ensemblewaarde door de onderling ruimtelijke en
functionele samenhang tussen de verschillende complexonderdelen.
Het neemt stede
bouwkundig een bijzondere plaats in doordat het onderdeel is van een
sluiscomplex dat de noord-oostelijke entree van het dorpscentrum van Nieuwkoop
bepaalt.
terug naar complex beschrijving
Het pand is van algemeen architectuur- en cultureel historisch belang als
representatief voorbeeld van een niet-stedelijk winkel/bedrijfspand met een
neo-renaissance winkelpui uit het laatste kwart van de 19e eeuw. Het is
bovendien van belang voor de sociaal-economische historische ontwikkeling van
Nieuwkoop.
Het is cultuurhistorisch van algemeen belang als een bijzonder en
vrij zeldzaam voorbeeld van een kleine snoepfabriek uit het begin van de 20e
eeuw, welke voor een groot deel nog in tact is.
Het is van belang vanwege
functionele en visuele relatie met het aangrenzende, van rijkswege
beschermswaardige winkelcomplex Dorpsstraat 80, 82, 121.
Het is van
stedebouwkundig belang doordat het als sluiscomplex mede de entree van het
dorpscentrum van Nieuwkoop bepaalt.
terug naar complex beschrijving
De schuur is van algemeen cultuurhistorisch belang vanwege de functie en de
ensemblewaarde met de naastgelegen schuur en de tegenovergelegen bijbehorende
winkel.
De schuur is architectuurhistorisch van belang vanwege de herkenbare
vormgeving als opslagruimte. De schuur is vrij gaaf wat betreft hoofdvorm,
detaillering en materiaalgebruik.
De schuur bezit een hoog ensemblewaarde door
de onderlinge ruimtelijke en functionele samenhang tussen de verschillende
complexonderdelen.
Het neemt stedebouwkundig een bijzondere plaats in, doordat
het onderdeel is van een sluiscomplex dat de noordoostelijke entree van het
dorpscentrum van Nieuwkoop bepaalt.
terug naar complex beschrijving
De schuur is van algemeen cultuurhistorisch belang vanwege de ensemblewaarde
met de naastgelegen schuur en de tegenovergelegen bijbehorende winkel. De schuur
is vrij gaaf wat betreft hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik.
De schuur
bezit een hoog ensemblewaarde door de onderlinge ruimtelijke en functionele
samenhang tussen de verschillende complexonderdelen.
Het neemt stedebouwkundig
een bijzondere plaats in doordat het onderdeel is van een sluiscomplex dat de
noordoostelijke entree van het dorpscentrum van Nieuwkoop bepaalt.