Schepenacte van 15 december 1760 uit het Rechterlijk Archief van Bergeijk no 44 folio 24v
"Aan eerwaarde heren schepenen.
Geeft te kennen Christina Reynier Bots, weduwe wijlen Gregorius Merckelbagh, wonende tot Borkel.
Dat zij het ongeluk heeft gehad dat haar man verscheidene jaren ziekelijk en bedlegering is geweest,
waarna is overleden, terwijl zij met 5 kinderen is blijven zitten en daardoor in zware schulden is
gekomen.
Dat daarenboven, tot haar leedwezen, haar oudste zoon een merkelijke schuld heeft gemaakt, zeijde
dat hij als knecht heeft gediend bij de compagnie van des suppli. broeders Andries en Govert Bots,
ook daarna zo de suppl. gezeid is in dienst van de koning van Pruissen gegaan is, zonder van zijn
leven of dood te horen.
Dat zij suppl. van de voorschreven schulden, door den selven haare zoon als voren gemaakt, aan de
voorneomde haren broeder daarvan heeft gepasseerd een schepengeloft ter somme van 175 gulden.
Dat ze dagelijks aangemaand wordt en buiten staat is de schuld te voldoen en ook geen middel kan vinden
om de mondkost te verkrijgen en dagelijkse schulden te betalen.
Dat ze geen andere mogelijkheid heeft, omdat ze geen vaste en onreoerende goederen heeft, verzoekt ze
te mogen verkopen de helft in een perceel weyveld genaamd: den groten beemd, gelegen onder Bergeijk,
achter het slot. Oost: Andries Koovels c.z., west: Christiaan Verhoeven, zijnde leenroerig aan het
casteel van out-herlaer te Sint Michelsgestel, door haar man aangekomen bij scheiding en deling
tussen zijn broers en zusters ter secreatrie van Bergeijk d.d. 30-9-1751, nu verstorven op haren
oudsten uitlandige zoon, waarvan het leenverlof eerstdaags gedaan moet worden, maar dat ze niet in
staat is deze onkosten te betalen.
Zij verzoekt hierbij publiek te mogen verkopen.
Het verzoek wordt toegestaan na ook de naaste vrienden van de onmondige gehoord te hebben