Vergadering gehouden bij het Gemeente bestuur van Nieuwkoop & Noorden.
Alle de leden present
vrijdag den 25e Julij 1804

De notulen der voorige vergadering zijn geleesen & gearresteert.
De burger Cornelis Verruijt in qualiteit als Praesident van de Commissie tot het maaken van een reglement voor het Gemeente bestuur, alhier binnengekomen, communiceert aan de Vergadering dat bij hunne Vergadering is beslooten het bewuste kies-reglement maar aan het Departementaal bestuur van Holland zoude overlaten. Aangenoomen voor notificatie.
De burger Jan Kloot, woonende alhier, binnenkoomende, verzoekt acte van admissie als Tilessiaan en koffij & thee te zijnen huis te mogen verkoopen. Waar over gedelibereerd zijnde is beslooten het verzoek onder de gewoone bepaalingen geaccordeert.
Gedelibereerd zijnde omtrend het Leidsche Veer is beslooten met eenpaarigheit van stemmen den schipper Willem Kooperdraat en deszelfs huisvrouw Aaltje Leliveld, schipperin van Nieuwkoop en Noorden op Leiden vice versa te deadmiteeren zoo als dezelve gedemiteert word bij desen.
En is wijders geresolveerd aan Willem Kooperdraat te accordeeren en toe te staan wanneer hij Wm. Koperdraat mogt verkiesen sijn veerschuit te verkoopen aan de op nieuw aan te stellen schipper, deze schipper hem daar voor zal moeten geeven de summa van neegenhonderd een en vijftig guldens zestien stuivers. Zullende de schuijt kunnende ter secretarij alhier worden aangegeven voor de summa van vijfhonderd guldens , als zijnde dit de waarde van de schuijt. En zal uit de gemelde summa van negenhonderd een en vijftig guldens zestien stuivers worden betaalt  alle de lasten en schulden welke op de voorsz. schuijt mogten zijn, als mede alle schulden welke gemelde Willem Kooperdraat in zijne qualiteit als schipper aan het Ambacht is ten agteren geraakt, mitsgaders de gelden welke hij Koperdraat of deszelfs huisvrouw van de luijden mogten ontvangen hebben en niet betaalt of verantwoord en het dan nog overige geld zal aan Willem Kooperdraat of deszelfs huisvrouw worden ter hand gesteld. Alzo de vergadering voornemens zijnde zich met zijne verdere particulieren schulden niet in te laaten.
Dan bij aldien en tegen alle verwagting dezelve Wm. Kooperdraat mogt verkiezen zelve zijn schuijt te verkoopen aan een ander zal den nieuw aan te stellen schipper zelve moeten zorgen een bekwaame veerschuit te bekoomen en de voors. schulden voor zo verre dit tot het Ambacht en welke voornoemde Wm. Koperdraat of deselfe huisvrouw in voorsz. qualiteit als schipper en schipperin zijn ten agteren geraakt van gelden door hem of haar ontvangen van de luijden en niet ter plaatse daar dezelve zijn besteld, bezorgd of wel niet verantwoord mogten zijn.
De persoonen van Cornelis van Nidek, Albertus Bots en Klaas de Wit jr. worden op de nominatie gesteld om uit dezelve een persoon tot veerschipper van Nieuwkoop & Noorden op Leiden vice versa aan te stellen, beslooten om te loten wie schipper van de gemelde drie persoonen zal worden,. Klaas de Wit zegt nader dat zijn zoon voor het veer bedankt en word toen tot de trekking overgegaan voor de persoonen van:
Cornelis van Nidek
Albertus Bots
En is het lot gevallen op Albertus Bots, die dan ook op de voormelde conditien tot veerschipper van Nieuwkoop en Noorden op Leiden vice versa aangesteld en zal dezelve de recognitiën zo zij moeten betaald worden voor zijn rekening zijn en tien guldens jaarlijks als de voorige schipper aan het Ambacht moeten betaalen en zig van eene behoorlijke borgtogt ter summa van zeshonderd guldens moeten voorzien ten genoege van deze vergadering.
De acte van aanstelling voor de schipper van Nieuwkoop & Noorden op Leijden vice versa luid als volgd:
Het Gemeente bestuur van Nieuwkoop & Noorden heeft tot veerschipper van Nieuwkoop & Noorden op Leijden vice versa aangesteld, zo als zij provisioneel bij desen aansteld den burger Albertus Bots, woonende alhier en dat wel tot kennelijk wederzeggen toe, op de volgende voorwaarden als eerstelijk zal tijdig moeten reguleeren en gedraagen na de keure en ordonnantiën op de veerschippers respectivelijk alhier geëmaneert en zich van eene behoorlijke borgtogt moeten voorzien ten summa van zeshonderd guldens
Ten anderen zal hij jaarlijks aan het Ambagt moeten opbrengen de summa van tien guldens en zo er recognitiëns moeten worden opgebragt ten behoeven van den Ambagtsvrouw of aan die geene welke eigenaar in der tijd van deeze vrije heerlijkheit mogt zijn voor zijn privé rekening moeten betalen en voldoen en verders al het geen een goed veerschipper gehouden en verpligt is te doen.
Actum Nieuwkoop den 31 juli 1804.
Ter ordonnatie van het Gemeente bestuur voornt.
get. J. Swillens, secretaris
Jan Kooij, precident