INLEIDING

Eind jaren 60 raakte ik geïnteresseerd in het onderzoek naar mijn voorouders. Dit onderzoek richtte zich al spoedig op de relaties van de mensen met de achternaam Bots. Werd aanvankelijk gedacht dat het om een beperkt aantal personen ging die allemaal aan elkaar verwant zouden zijn, na verloop van tijd bleek dat er meer Botsen zijn dan in eerste instantie gedacht was. Ook bleken niet alle Botsen aan elkaar verwant te zijn. Er bleken in België eveneens een aanzienlijk aantal mensen met de achternaam Bots te wonen.
In deze inleiding worden achtereen volgens de volgende onderwerpen behandeld:

  • De naam Bots

  • Bots in Nederland

  • Bots in België

  • Statistische gegevens

  • Toelichting bij de stambomen

  • Popgroep Bots

  • Meneer Bots


  • I. De naam Bots

    Een veel gestelde vraag is wat de betekenis is van de naam Bots. In het Verklarend woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk van Frans de Brabandere uit 1993 wordt voor de naam Bots verwezen naar Boets. De onderstaande betekenissen worden onder die naam gevonden:
    1. patronychium van de Germaanse naam Bodo, dus: Bodo's zoon. Dit komt van de stam "bod" wat met "gebieden"= bevelen te maken heeft.
    2. kan variant zijn van Bouts = een verkorte vorm van Boudewijn, dus: zoon van Bout. Boud/bout betekent stoutmoedig en win betekent vriend.
    3. kan afgeleid zijn van het Middelnederlandse "boete" = ton, vat of ook van "bote" = grove schoen.
    4. afleiding van het Middelnederlandse "butse of botse" = buil.
    Wisselvormen voor de naam Boets zijn: Boedts, Boet, Boete, Boët, Boëte, Boot, Boots, Bootz, Bods, Bootte, Bot, Both, Bots, Bott, Botte, de Bodt, de xxxxx, Bot, de Both, de Botte, Buts, Budts, Bueds, Buedts, Buets.
    Verschillende van deze vormen worden inderdaad in de diverse stambomen terug gevonden. De naam komt sinds 1268 (te Ieper) voor en zeker als naam voor een schoenmaker te Kortrijk in 1270: "ad obitum Walteri Boti" = (bij de dood van Walter Bot).
    Over de werkelijke betekenis van de naam Bots blijven we nog in onzekerheid. Mogelijk dat in de toekomst via archiefonderzoek een eenduidige verklaring gevonden kan worden.

    In deze inleiding zullen allereerst de Nederlandse Botsen besproken worden en vervolgens komen de Botsen in België aan de orde.

    II. Bots in Nederland

    Volgens de volkstelling van 31 mei 1947 woonden er 508 Botsen in Nederland. De verdeling over de diverse provincies is als volgt: volkstelling 1947 In 2007 waren er 807 personen met de naam Bots in Nederland woonachtig. De verdeling over het land was toen als volgt: volkstelling 2007

    Er zijn drie gebieden van waaruit Botsen vanaf de tweede helft van de 18e eeuw zijn uitgezwermd. De eerste groep Botsen komt oorspronkelijk uit Veenhuizen, een gehucht behorende tot de van origine zelfstandige gemeente Onstwedde in de Groningse landstreek Westerwolde en nu vallend onder de gemeente Stadskanaal. Voor een overzicht van de ligging van Onstwedde zie kaart. Deze tak wordt de Westerwoldse tak genoemd.
    De tweede groep Botsen komen we tegen in de buurt van Lottum en Swolgen, dorpjes aan de linkeroever van de Maas 20 kilometer ten noorden van Venlo. Voor een overzicht van de ligging zie kaart. Deze tak wordt de Lottumse tak genoemd. Beide groepen hebben niet altijd de achternaam Bots gevoerd. Via de naam van een eigen geërfde boerderij, het Buttes, heeft de Westerwoldse tak de achternaam Bots aangenomen. De uit Lottum en omstreken afkomstige Botsen komen we oorspronkelijk onder de naam Boots tegen in de doop- en trouwboeken van die streek.
    De derde groep Botsen is afkomstig uit Borkel en Schaft, een tot 1934 zelfstandige gemeente ten zuiden van Eindhoven op de grens met België, dat nu deel uitmaakt van de gemeente Valkenswaard. Voor een overzicht van de ligging van Borkel en Schaft zie kaart In het totaal zijn er drie families met de naam Bots in dit dorp te onderscheiden, zonder dat tot nu toe enige relatie in de mannelijke lijn is te  leggen. Deze takken heb ik de Valkenswaardse, de Delftse en de Helmondse tak genoemd, de steden waar deze takken naar toe getrokken zijn.

    IIa. Eigenerfden

    In Westerwolde bestond vanouds een tweedeling in de maatschappij. aan de ene kant had je de erfgesetenen of eigenerfden. Deze personen bezaten een erfelijke boerenhoeve met daarbij een bepaalde oppervlakte aan esgrond. Aan de andere kant had je de keuterboeren, die geen rechten hadden op esgronden. Het landrecht dat in Westerwolde van kracht was, bepaalde dat de erfelijke boerderij niet opgedeeld werd tussen de kinderen, maar dat deze in zijn geheel overging op de oudste zoon.. De andere kinderen werden afgeboedeld en ontvingen hun erfdeel in de vorm van geld. In het geval dat er geen zonen waren of dat er omstandigheden waren dat de oudste zoon niet in aanmerking kon komen om erfgesetene te worden, kon ook de oudste dochter erfgesetene worden. Dit is in het geslacht Bots tweemaal voorgekomen. In 1720 werd Lamme Geerts, de oudste dochter van Geerts Alvers, de erfgesetene van het "Buttes" in plaats van haar broer Jan Geerts. Dit werd gedaan, zoals blijkt uit het contract uit 1720, omdat Geert Alvers in 1719 was overleden en zijn zoon Jan Geerts nog te jong was om de boerderij te erven. De tweede maal dat het "Buttes" overgaat op de oudste dochter is in 1794, als Gepke Geerts het "Buttes" erft als oudste dochter en haar enige zus Lammegijn Geerts afboedelt.
    De eigenerfde boerderijen hadden namen naar het geslacht dat er vanouds woonachtig was. Het verschijnsel doet zich nu voor dat als een eigenerfde boerderij in het bezit kwam van een dochter of van een andere familie, dat die dochter of de nieuwe eigenaar zich ging noemen naar de boerderij waarop hij of zij eigenerfde was geworden. Lamme Geerts, die in 1720 eigenerfde was geworden op het "Buttes", trouwt in 1722 met Wubbe Jans, een telg uit het eigenerfde geslacht Hiddes. Wubbe Jans trekt in bij zijn vrouw Lamme Geerts en vervolgens komt hij in de acten voor onder de naam Botts (Buttes), zoals in 1722 als zijn dochter Wilt gedoopt wordt. In de doopacte staat Wubbe Jans genoteerd als Wubbe Bots en de moeder staat genoteerd als Lamme.
    In 1794 als Gepke Geerts eigenerfde wordt op het "Buttes" zien we het zelfde gebeuren. De kinderen van Gepke Geerts en haar man Berend Geerts voeren allemaal na de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811 de achternam Bots. Als in 1815 Berend Geerts komt te overlijden staat hij ingeschreven in de overlijdensacte als Berend Geerts Bots.
    In de stamboom van de Westerwoldse tak zijn zijn alle mannelijke nakomelingen van de stamvader Albert Buttes opgenomen. Daarnaast zijn alle nakommelingen in de vrouwelijke lijn die de naam Bots zijn gaan dragen opgenomen.

    Op verschillende plaatsen in Nederland zijn er getuigenissen te vinden van Botsen die  op de een of andere manier voor de gemeenschap actief zijn geweest. Ter herinnering aan deze activiteiten zijn er  straten en een brug naar deze personen genoemd.

    IIb. Vernoemingen van Botsen


    IIc. Bots en het teutenbedrijf

    Het teutenbedrijf, dat in de 16e eeuw in de Limburgse Kempen ontstond, hield stand tot de eerste decennia van deze eeuw. Een teut was een rondreizende handelaar die - meestal in kleine compagnieën - naar de omliggende landen trok om er handel te drijven. Zij verbleven in hun handelsgebied van maart tot december en keerden dan voor een seizoen van rust naar hun dorp terug.
    Ambulante handel
    De hoofdactiviteit van de teuten bestond erin om vanuit een vaste woonplaats die zij zich in hun handelsgebied hadden gekozen, de verspreide bewoners op het omliggende platteland hun diensten en waren aan te bieden in een tijd dat men daar geen winkels aantrof. Het assortiment koopwaar dat zij aanboden was slechts in de stad te koop.
    Naar gelang hun specialiteit onderscheidde men in de teutenhandel :
    - "koperteuten" : koperslagers en ketellappers, die niet alleen beschadigde potten en pannen herstelden, maar ook nieuwe koperwaar verkochten;
    - "snyders" - ook wel "dierenlubbers" genoemd - die zich specialiseerden in het castreren van paarden, varkens, stieren en schapen. Soms dreven zij ook handel in deze dieren, zodat zij het beroep van veekoopman koppelden aan dat van veearts. Vaak was het uitoefenen van het "snyden" slechts een nevenactiviteit, die gemakkelijk toegang verschafte tot de boerderijen. Door het dagelijkse contact met de boerenbevolking bekwaamden sommigen zich in de verkoop van (klaver)zaden.
    - "textielteuten" : handelaars in beddengoed, Brabantse kant, hoofdkussens, vilten hoeden, blauwe kielen, kousen, Mechels laken, linnen en katoenen weefsels, gordijnen, garen, naalden...
    - "haarteuten" die het haar van jonge boerendochters opkochten en het aan pruikenmakers in de steden verkochten.
    Kempense afkomst
    Het verschijnsel van de teutenhandel kwam alleen in de Kempen voor en dan nog bijna uitsluitend in het Limburgse deel ervan. Het kerngebied lag tussen de gemeenten Lommel, Achel-Hamont-Bocholt en Hechtel. Dat ook in de Brabantse Kempen de teutenhandel vookwam blijkt wel uit het feit dat in vroeger tijden jaarlijks in Schaft een zogenaamde Teutenkermis plaats had.
    Werk in het buitenland, rust thuis
    De meest karakteristieke trek van de teuterij was de afwisseling tussen werk ver van huis met daarna het verblijf van enkele maanden in familiekring. De teuten waren dus geen emigranten of avonturiers die hun geluk in het buitenland zochten, integendeel, de band met de thuishaven was erg sterk. Gaandeweg kochten de teuten huizen in hun werkgebied, vaak met winkel, zodat zij tijdens het werkseizoen een permanente vestigingsplaats hadden. Toch vestigden slechts enkelen zich definitief in hun werkgebied.
    Organisatie in kleine compagnieën
    De teuten organiseerden zich al vroeg in kleine gezelschappen : één à twee teuten, meestal van hetzelfde dorp en vaak van aanverwante families, bundelden hun krachten om samen vanuit een bepaalde plaats hun beroep uit te oefenen. De voorwaarden werden onderhands of notarieel vastgelegd en de regels bepaalden ook de inbreng in de zaak, de verdeling van de winsten en de opname van nieuwe leden. Ieder teutengezelschap had zijn eigen gebied. Onderlinge concurrentie kwam amper voor.
    Ook Botsen zijn als teuten actief geweest. De enigen waarvan tot nu toe een schriftelijk bewijs gevonden is van het werkzaam zijn als teuten zijn de broers Godefridus en Andreas Bots. Het is zeer aannemelijk dat ook Gerardus Bots als teut heeft gewerkt. Op de titelpagina van een zakboekje van hem uit ca. 1769, staat: "Dit boek hoort toe Gerrit Bodts, ketelboeter tot Nieuwkoop". Uit de aantekeningen blijkt dat hij zich niet alleen met koperen ketels, maar zich ook met verkoop van duffel en katoen bezig hield.

    IId. Bots en de valkerij

    Vanouds her is Valkenswaard bekend als valkeniersdorp. In de dissertatie van J.M.P. van Oorschot wordt uitgebreid beschreven welke rol inwoners van Valkenswaard gespeeld hebben aan de verschillende hoven van Europese vorsten. Zo hebben ook de broers Jacobus Joannes en Arnoldus Bots een rol gespeeld. Hun moeder is Helena Coppens, een telg uit de bekende Valkenswaardse valkeniersgeslachten Coopens en Cornoedis. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij valkenier geworden zijn.

    III. Bots in België

    Het totaal aantal Botsen in België is aanzienlijk minder dan in Nederland. Vooral in de grensstreek met Nederland wordt een aantal Botsen gevonden die behoren tot een van de 5 Nederlandse takken. Er zijn echter twee streken in België te vinden waar mensen met de naam Bots wonen die niet tot de Nederlandse takken behoren. De eerste Belgische tak, wordt de Roesbruggense tak genoemd. Roesbrugge is een klein dorpje in West-Vlaanderen op de grens met Frankrijk. In 1667 komen we in de doop-, trouw- en begraafregisters voor het eerst de naam Bots tegen. Dan treedt namelijk Joannes Simonis Bots in het huwelijk met Judoca Kerckhove. Uit dit echtpaar komen de meeste Botsen voort die nu in België woonachtig zijn. Joannes Simonis Bots is niet oorspronkelijk uit Roesbrugge afkomstig, want op 31 mei 1670 vindt de inschrijving van hem als poorter van Veurne plaats. In deze inschrijving wordt vermeld dat hij geboren is te Westerhoven kasselerij van 's Hertogenbosch. Er is nog geen relatie gelegd kunnen worden met een van de drie Nederlandse takken die uit Borkel en Schaft afkomstig zijn.
    De tweede Belgische tak is afkomstig uit Hoegaarden. Bij deze tak ontstaat de naam Bots pas in de loop van de 18e eeuw, want oorspronkelijk vinden we de naam geschreven als Bux of daaraan verwante schrijfwijzen. Een deel van deze tak gaat verder door het leven onder de naam Boots. De dragers met de naam Boots zijn niet verder uitgewerkt

    IV. Statistische gegevens

    IVa. Geboorten

    In het totaal komen er in de verschillende stambomen 2168 personen voor met de naam Bots. In onderstaande tabel is het aantal geboorten per periode van 10 jaar weer gegeven. Het aantal geboorten in de perioden van 1651-1730 is te laag in vergelijking met de andere periodes, vanwege het ontbreken van de meeste doopboeken uit genoemde periodes. Ook het aantal geboorten in de periode 1991-2000 is te laag, omdat niet alle geboorten aan mij zijn doorgegeven. Vanaf de het tijdvak 1721- 1730 neemt het aantal geboorten continu toe van ongeveer 25 tot het maximum aantal van 164 in het tijdvak 1951-1960. Daarna neemt het aantal af tot ca. 95 in de tijdvakken 1971-1980 en 1981-1990. Opmerkelijk is de sterke afname van het aantal geboorten in het tijdvak 1931-1940. Waarschijnlijk is de crisis van de jaren 30 hier de oorzaak van. Ook de periode 1891-1900 laat een duidelijke vermindering van het aantal geboorten zien. Een eenduidige reden is hiervoor niet te geven.

    periode aantal periode aantal periode aantal periode aantal periode aantal
    - - 1661-1670 2 1671-1680 4 1681-1690 5 1691-1700 3
    1701-1710 2 1711-1720 8 1721-1730 25 1731-1740 42 1741-1750 26
    1751-1760 31 1761-1770 44 1771-1780 39 1781-1790 51 1791-1800 60
    1801-1810 67 1811-1820 73 1821-1830 78 1831-1840 77 1841-1850 68
    1851-1860 72 1861-1870 89 1871-1880 105 1881-1890 84 1891-1900 67
    1901-1910 90 1911-1920 114 1921-1930 108 1931-1940 72 1941-1950 148
    1951-1960 164 1961-1970 116 1971-1980 96 1981-1990 94 1991-2000 31

    IVb. Gemiddelde leeftijd

    Van alle overleden Botsen, waarvan de geboorte- en overlijdensdata bekend zijn, is de leeftijd berekend. Onderscheid is hierbij gemaakt naar mannen en vrouwen. In de 19e eeuw lagen de gemiddelde leeftijden van de mannen iets hoger dan die van de vrouwen. In de 20e eeuw komt die van de vrouwen hoger te liggen. Onderstaande tabel geeft per periode van 50 jaar de gemiddelde leeftijden.

    periode mannen vrouwen
    1800-1849 34 jr 27 jr
    1850-1899 35 jr 32 jr
    1900-1949 44 jr 53 jr
    1950-1999 64 jr 72 jr

    IVc. Gemiddelde huwelijksleeftijd

    Bij het bepalen van de gemiddelde huwelijksleeftijd is alleen het eerste huwelijk van en bepaald persoon meegenomen. Onderscheid is gemaakt tussen de mannelijke en vrouwelijke Botsen. Het blijkt dat de gemiddelde huwelijksleeftijd in de verschillende perioden niet veel verandert. Bij de mannelijke Botsen is het verschil tussen de hoogste en de laagste gemiddelde huwelijksleeftijd 4,28 jaar en bij de vrouwelijke Botsen bedraagt dat verschil 3,97 jaar. De gemiddelde huwelijksleeftijd van de mannelijke Botsen ligt tussen de 1,92 en de 4,92 jaar hoger dan die bij de vrouwelijke Botsen. In de 19e eeuw blijft de gemiddelde huwelijksleeftijd bij de mannen ongeveer gelijk, namelijk rond de 31,5 jaar. Bij de vrouwen is er iets meer variatie in de 19e eeuw. Vanaf 1925 tot 1975 is er een relatief sterke daling van de gemiddelde huwelijksleeftijd bij de mannen tot 27,49 jaar voor de periode 1950-1974 en bij de vrouwen tot 24,95 voor dezelfde periode. Na 1975 treedt er zowel bij de mannen als de vrouwen weer een stijging op van de gemiddelde huwelijksleeftijd. Veranderende ideeën rond het huwelijk zullen hiervan de oorzaak zijn.

    periode mannen vrouwen
    1750-1774 27,21 jr 25,00 jr
    1775-1799 27,95 jr 25,59 jr
    1800-1824 30,17 jr 26,12 jr
    1825-1849 31,12 jr 28,58 jr
    1850-1874 31,61 jr 27,99 jr
    1875-1899 31,28 jr 26,36 jr
    1900-1924 31,49 jr 28.97 jr
    1925-1949 28,54 jr 26,73 jr
    1950-1974 27,49 jr 24,95 jr
    1975-2000 28,69 jr 26,77 jr

    IVd. Gemiddelde aantal kinderen

    Het gemiddeld aantal kinderen is alleen bepaald van de mannelijke Botsen, omdat niet van alle gehuwde vrouwelijke Botsen het gezin compleet is. Van de periode 1975-1999 is geen gemiddeld aantal kinderen bepaald, omdat van deze periode ook de gezinnen niet compleet zijn. Niet alle geboorten in deze periode zijn aan mij doorgegeven.
    In de 19e eeuw is het gemiddeld aantal geboorten vrij constant. Vanaf het begin van de 20e eeuw zet een daling zich in. In het begin van de 20e eeuw is deze daling nog gering. Na 1950 zet de daling sterk door. In de periode 1950-1975 is het gemiddeld aantal kinderen per huwelijk bijna gehalveerd ten opzichte van het gemiddeld aantal kinderen in de 19e eeuw.

    periode mannen
    1750-1774 6,64
    1775-1799 4,88
    1800-1824 5,50
    1825-1849 4,35
    1850-1874 4,63
    1875-1899 4,77
    1900-1924 4,20
    1925-1949 3,95
    1950-1974 2,31

    V. Toelichting bij de stambomen

    Van de verschillende takken zijn in de afgelopen jaren publicaties verschijnen. Twee mogelijkheden waren hierbij aanwezig. Gewacht kon worden totdat via aanvullend archiefonderzoek in voornamelijk de rechterlijke en notariële archieven allerlei andere gegevens dan de tot nu toe bekende geboorte-, huwelijks- en overlijdensdata bekend zijn. Hiermee zou de publicatie meer body krijgen en zouden de diverse personen meer gaan leven voor de lezer. De beperkte tijd die ik voor dit archiefonderzoek beschikbaar heb, de geografische verspreiding en het aantal naamdragers zouden tot gevolg hebben dat er pas over vele jaren publicaties zouden komen. Daarom heb ik besloten om de andere mogelijkheid te kiezen, dat wil zeggen dat eerst alleen de diverse stambomen gepubliceerd worden. De doorslag hierbij is geweest dat het computerprogramma Gens/Data87 van de Nederlandse Genealogische Vereniging ter beschikking kwam. Na invoering van de gegevens en de relaties van een bepaald persoon in een bestand, wordt automatisch een stamboom opgesteld. Deze uitvoer is de basis geweest van deze publicaties. Een andere reden voor publicatie in de huidige vorm is de aansporing van diverse zijden geweest om de in de loop van de jaren gevonden gegevens nu eens op papier te zetten.

    In een laat stadium is besloten ook de kinderen in de vrouwelijke lijn op te nemen in de stamboom. Tijdens het archiefonderzoek in de eerste jaren zijn deze gegevens niet verzameld, zodat de gezinnen van de personen in de vrouwelijke lijn uit de 19e eeuw en begin 20e eeuw niet volledig zijn. De gegevens van de kinderen in de vrouwelijke lijn beperken zich tot de geboortedatum en -plaats. 

    In de stamboom wordt een aantal afkortingen gebruikt. De betekenis van de afkortingen volgt hieronder:

    begr.   begraven
    burg.st.   burgerlijke stand
    dr   dochter
    geb.   geboren
    ged.   gedoopt
    ondertr.   ondertrouw
    overl.   overleden
    sch.bank   schepenbank
    tr.   trouw
    zn   zoon

    VI. Popgroep Bots

    Hoewel de naam doet vermoeden dat er een relatie is van de popgroep Bots uit Eindhoven met de achternaam Bots, is dit niet het geval. De naam wordt ingegven door de sociaal-geëngageerdheid van de groep en het soms confronterende karakter van het ten gehore gebrachte. De teksten reflecteren de tijdgeest maar doen nu gedateerd aan.

    periode 1974 - heden
    bibliografie Bots ziet het licht als afstudeerproject van zanger en tekstschrijver Hans Sanders.
    Deze vormingswerker aan de Sociale Academie te Eindhoven neemt in het voorjaar met een stel muzikanten en producer Peter Koelewijn een album op in de Phonogram Studio in Hilversum. Het resultaat Van Kwaad Tot Erger plaatst Bots meteen in de voorhoede van musici die opereren in het politiek/artistieke strijdperk. Bots zien de mensen op en achter geëngageerde manifestaties graag komen. Ook is Bots, door toedoen van de singles Het Lied Van De Werkende Jeugd em De Man, op televisie te zien. Het album zorgt er voor dat Bots vaak op het podium staat. Ook België toont belangstelling. Bots speelt nog steeds live.

    overzicht liedjes uit de albums "van kwaad tot erger" en "voor god en vaderland"

    VII. Meneer Bots

    In 1971 heeft Roger Hargreaves een verhaal geschreven van meneer Bots.
    Het is het droevige verhaal van meneer Bots, die altijd ongelukjes heeft. Als er iets is waar meneer Bots tegenaan kan botsen, dan doet ie dat ook.

    meneer Bots

    Uitgegeven in de serie De Meneer Boekjes, uitgegeven door Bates Graphics GmbH, Düsseldorf, distributie Nederland: Betapress B.V., Tilburg.
    ISBNO 85396 005 4

    Ga terug naar openingspagina.